Israël Palestina deel 2:

Nederland en het kort geding

Doelgroep:
VO vanaf leerjaar 3

Tijd:
50 – 60 minuten

Leerdoelen:

  • Je kunt uitleggen of iets een feit, een vermoeden of een mening is.
  • Je kunt uitleggen wat Nederland doet in de kwestie Israël Palestina.
  • Je kunt je eigen mening vormen over de rol van Nederland in de kwestie Israël Palestina.

Inleiding: De situatie Israël Palestina

Deze les gaat over de situatie van Israël en Palestina. De situatie wordt ook wel kwestie genoemd. Het is een jarenlang conflict waarbij er op verschillende manieren land wordt geclaimd. Daar wordt eens in de zoveel tijd wel geweld bij gebruikt.

Deel 1 van deze les (‘Introdutie’) is beschikbaar op www.mapout.nl. Hierin wordt ingegaan op de kwestie Israël Palestina en een overzicht van gebeurtenissen vanaf 1901.

Les 2: Het kort geding

Deze les gaat over het kort geding. Dat is een kleine rechtszaak. Deze rechtszaak is bijzonder, want hij wordt aangespannen tegen de Nederlandse rechtsstaat. De Nederlandse rechtsstaat moet zich dus verantwoorden voor de rechter. De humanitaire organisaties: Oxfam Novib, Pax for Peace en The Righs Forum hebben hiervoor gezorgd. Dit zijn organisaties die zich bezighouden met mensenrechten in de wereld.

In Israël Palestina staan volgens deze organisaties heel veel mensenrechten onder druk. Daardoor hebben mensen in die regio het moeilijk: ze hebben bijvoorbeeld geen veiligheid, geen dak boven hun hoofd en geen of weinig eten en drinken. Rond het begin van december zijn mensen uit de Gaza strook verjaagd door het Israëlische leger. Zij hebben dus geen huis meer.

Maar waarom moet de Nederlandse rechtsstaat voor de rechter verschijnen? De organisaties zien dat de Nederlandse staat Israël helpt door middel van gevechtsmiddelen. Dit zijn bijvoorbeeld F-35 gevechtsvliegtuigen en raketten. Oftewel: Israël gebruikt gevechtsmateriaal van Nederland, waardoor de mensen in het gebied moeten vluchten.

De tekst van 4 december 2023 hieronder van Berber van der Woude (zie de foto), laat zien welke problemen er tijdens het kort geding zijn besproken.

De dikgedrukte woorden zijn terug te vinden in de begrippenlijst.

Foto: Merijn Smulders (voor De Correspondent)

Bron 1

Vandaag was ik bij het kort geding dat Oxfam Novib, PAX for peace en The Rights Forum hadden aangespannen tegen de Nederlandse staat om de levering van F35-onderdelen aan Israël te stoppen en een einde te maken aan onze medeplichtigheid aan de oorlogsmisdrijven die Israël naar alle waarschijnlijkheid pleegt.

Ik las dat inmiddels bijna alle mensen in Gaza ontheemd zijn. Stel je voor: 1,9 miljoen mensen op drift, heen en weer geslingerd van de ene zogenaamd ‘veilige’ plek naar de andere. Als in een morbide flipperkast die nooit stopt.

Naast me in de rechtszaal zat mijn oud-collega en vriendin Angélique Eijpe. Terwijl haar familie en vrienden in Gaza werden dood gebombardeerd en Nederland bleef doen alsof dit de normaalste zaak van de wereld was, nam ze twee weken geleden ontslag bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

We luisterden samen naar het eenvoudige, scherpe betoog van Liesbeth Zegveld. Ons wapenexportbeleid heeft waarborgen ingebouwd om te zorgen dat wapens en onderdelen uit Nederland niet terecht kunnen komen bij partijen die zich vermoedelijk schuldig (zullen) maken aan schendingen van mensenrechten of het internationale humanitaire recht. Sinds 7 oktober werd volop gewaarschuwd, van alle kanten. En in eerdere gevallen elders (bijv. Jemen en Oekraïne) werd de doorvoer van wapens wél stopgezet omdat schendingen niet konden worden uitgesloten.

We hoorden Michiel Servaes van Oxfam Novib vertellen over zijn collega, opgesloten en op de vlucht in Gaza met zijn gezin. Een van de kinderen had een tekening gemaakt van de dingen die ze zo graag zou doen als de bommen stopten: thuis een douche nemen. Pizza eten. Met haar speelgoed spelen. De collega had de moed nog niet gehad om te vertellen dat dat niet kon. Hun lieve huis was al lang tot puin gemaakt.

Het was ontluisterend daarna het relaas van de landsadvocaat aan te horen. F35’s vormen weliswaar de ruggengraat van de Israëlische luchtoperatie, maar hoe konden we zeker zijn dat er burgers mee gedood werden? En die VN-experts, onderdeel van het multilaterale systeem dat Nederland al sinds jaar en dag als een pijler van zijn buitenlandbeleid beschouwt – waren die experts eigenlijk wel te vertrouwen als zij wezen op stevige aanwijzingen van oorlogsmisdrijven en genocide? En die totale blokkade voor voedsel, brandstof en medische middelen – had die überhaupt wel plaatsgevonden? En ach, al die genocidaire taal, dat kon je die Israëlische leiders toch niet kwalijk nemen?

Een cynisch spel van twijfel zaaien om de aandacht af te leiden van de horrorshow die non-stop doordraait in Gaza.

Waarna uiteindelijk slechts één vraag overeind bleef staan: mag het kleine beetje “beleidsruimte” dat het Nederlandse wapenexportbeleid laat, worden benut voor grove schendingen van het internationale recht?

De geest van de wet lijkt me helder. Maar mazen zijn er altijd. Ik kan er met mijn hoofd niet bij dat dat is wat Nederland wil: een loophole vinden om volkenmoord te kunnen blijven steunen.

Activiteit 1: De gebeurtenis beter bekeken

De gebeurtenis die hierboven is uitgelegd, kan iets met jou doen. Je krijgt er een mening over of gevoel bij. Bij sommige (andere) situaties kun je ook denken aan dingen die je zelf hebt meegemaakt.

In de volgende opdracht ga je aan de slag met wat het met jou doet:

  • De gebeurtenis
  • De feiten, vermoedens en meningen
  • Normen en waarden

Oefening 1: Gebeurtenis
Lees bron 1.

  1. Leg uit wat er is gebeurd in jouw eigen woorden.
  2. Wie legt de gebeurtenis uit in de tekst?
  3. Wie zijn er bij de situatie betrokken?
  4. Wat denk jij: zijn het feiten, vermoedens of meningen die je hierboven hebt uitgelegd?

Oefening 2: Gevoel

  1. Wat vind je ervan dat de Nederlandse staat voor de rechter is gedaagd?
  2. Wie heeft welk gevoel in de tekst?
  3. Wat gebeurt er met jou als je de tekst leest?
  4. Wat denk jij: zijn het feiten of meningen die je hierboven hebt uitgelegd?

Activiteit 1: Feiten, vermoedens en meningen scheiden

Feiten zijn dingen die waar zijn, en die je kunt bewijzen. In welk lokaal zit je nu? Hoe laat is het op de klok in de lokaal? Wat is de naam van je docent? Wat is jouw eigen naam? Wat voor kleren draag je nu? De antwoorden op deze vragen zijn allemaal feiten. Bijvoorbeeld:

Je zit nu in lokaal 1.12. Het is nu 11:15 uur. De naam van de docent is Mevrouw Hoogeveld. De naam van de leerling is Freek. Voor jouw situatie zullen de feiten vast anders zijn dan de voorbeelden die hier genoemd zijn.

Vermoedens zijn gedachten waar je vanuit gaat. Je gaat er vanuit dat iemand een bepaalde mening heeft. Of dat iemand iets heeft gedaan. Maar helemaal zeker weet je het niet. Bijvoorbeeld: Mevrouw Hoogeveld geeft Freek een lager cijfer dan hij had verwacht, omdat Mevrouw Hoogeveld super streng is met beoordelingen. Maar is dat zo? Ligt het lage cijfer misschien aan de toets zelf? Of aan de manier waarop Freek heeft geleerd?

Meningen zijn oordelen. Dingen die je vindt. Welke kleur zijn je ogen? Wat vind je van het uiterlijk van het lokaal? Ben je een ochtend- of avondmens? Wat zeggen de kleren die je draagt over jou? De antwoorden op deze vragen zijn allemaal meningen. Bijvoorbeeld:

De kleur van mijn ogen zijn groen.. of grijs.. of iets ertussenin. Groene ogen vind ik mooier. Ik vind het lokaal met posters een stuk mooier dan een kaal lokaal. Ik ben een avondmens en houd niet van vroeg opstaan. En ik voel me sterk in de kleren die ik draag.

Oefening 3: Feiten, vermoedens en meningen scheiden

Welke feiten, vermoedens en meningen kun je in de tekst van Berber van der Woude vinden? Zet ze in de juiste kolom.

Feiten

Vermoedens

Meningen

   

Oefening 4: Normen en waarden

Doe deze oefening met z’n allen. Steek je vinger op als je het eens bent met een stelling. Praat samen verder over de stellingen.

  1. De Nederlandse staat mag voor de rechter worden gedaagd.
  2. Het is goed dat Nederland gevechtsonderdelen levert aan Israël.
  3. Nederland zou (ook) gevechtsonderdelen moeten leveren aan Hamas.
  4. Nederland zou meer aandacht moeten hebben voor het helpen van slachtoffers.

Oefening 5: De vraag van Berber van der Woude

Doe deze oefening met z’n allen. Berber van der Woude zegt dat de Nederlandse staat binnen de wet, de gedragingen van Israël kan goedkeuren. Wat vinden jullie? Bespreek samen de vraag:
Mag Nederland haar beleidsruimte benutten voor grove schendingen van het internationale recht?

Begrippenlijst

Begrip

Omschrijving

Kort geding

Een rechtszaak die kort duurt.

F35-onderdelen

Onderdelen van een F-35 gevechtsvliegtuig dat in een oorlog kan worden ingezet.

Ontheemd

Mensen zijn hun huis kwijtgeraakt en hebben geen plek meer om te wonen.

Op drift

Mensen zijn ongerust, druk in beweging en op zoek naar onderdak.

Betoog

Een toespraak met als doel om mensen te overtuigen.

Wapenexportbeleid

Regels voor het vervoeren van wapens.

Ontluisterend

Een gevoel van sterke teleurstelling en lichte wanhoop.

Waarborgen

Regels die officieel zijn opgeschreven.

F35’s

Gevechtsvliegtuigen die in een oorlog kunnen worden ingezet.

Ruggengraad

Een sterke basis waar men van op aan kan.

Israëlische luchtoperatie

Een operatie die wordt uitgevoerd door de staat Israël.

Multilaterale systeem

Een groep landen die met elkaar samenwerkt om iets te bereiken.

Een pijler van zijn buitenlandbeleid

Iets wat als heel belangrijk wordt gezien.

Oorlogsmisdrijven

Iets doen wat tegen de oorlogswetgeving ingaat.

Genocide

Een heel volk om het leven brengen.

Cynisch spel

Een tactiek om iets te kunnen bereiken.

Schendingen van het internationale recht

Dingen doen die tegen het internationale recht ingaan.

Geest van de wet

De manier waarop een wet bedoeld is.

Mazen (van de wet)

Mogelijkheden om de wet te ontlopen.

Loophole

Een Engels woord voor: een smoes gebruiken.

Juiste antwoorden

Oefening 1: Gebeurtenis, antwoorden

Lees bron 1.

  1. Leg uit wat er is gebeurd in jouw eigen woorden.
    Oxfam Novib, pax en The rights forum hebben samen een kort geding/kleine rechtszaak aangespannen tegen de Nederlandse staat omdat ze denken/vermoeden/weten dat de Nederlandse staat Israël steunt met wapens in de oorlog tegen Hamas.
  1. Wie legt de gebeurtenis uit in de tekst?
    Berber van der Woude
  1. Wie zijn er bij de situatie betrokken?
    De Nederlandse staat, het gerechtshof, Oxfam Novib, Pax, The rights forum, Liesbeth Zegveld (advocaat van de drie partijen), de landsadvocaat, Berber van der Woude, Michiel Servaes, Israël.
  1. Wat denk jij: zijn het feiten, vermoedens of meningen die je hierboven hebt uitgelegd?
    Feiten.

Oefening 2: Gevoel, antwoorden

  1. Wat vind je ervan dat de Nederlandse staat voor de rechter is gedaagd?
    Eigen antwoord leerling
  1. Wie heeft welk gevoel in de tekst?
    Berber van der Woude en Michiel Servaes.
  1. Wat gebeurt er met jou als je de tekst leest?
    Eigen antwoord
  1. Wat denk jij: zijn het feiten, vermoedens of meningen die je hierboven hebt uitgelegd?
    Vermoedens/meningen (gevoel)

Oefening 3: Feiten, vermoedens en meningen scheiden

Let op: Hieronder staan letterlijke citaten. Het antwoord mag ook goed gerekend worden als er erin staat wat er wordt gezegd, maar niet het letterlijke citaat.

Feiten

Vermoedens

Meningen

–  Vandaag was ik bij het kort geding dat Oxfam Novib, PAX for peace en The Rights Forum hadden aangespannen tegen de Nederlandse staat om de levering van F35-onderdelen aan Israël te stoppen en een einde te maken aan onze medeplichtigheid aan de oorlogsmisdrijven die Israël naar alle waarschijnlijkheid pleegt.

–  Ik las dat inmiddels bijna alle mensen in Gaza ontheemd zijn.

  Naast me in de rechtszaal zat mijn oud-collega en vriendin Angélique Eijpe.

–  nam ze twee weken geleden ontslag bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

  We luisterden samen naar het eenvoudige, scherpe betoog van Liesbeth Zegveld. Ons wapenexportbeleid heeft waarborgen ingebouwd om te zorgen dat wapens en onderdelen uit Nederland niet terecht kunnen komen bij partijen die zich vermoedelijk schuldig (zullen) maken aan schendingen van mensenrechten of het internationale humanitaire recht.

–  Sinds 7 oktober werd volop gewaarschuwd, van alle kanten. En in eerdere gevallen elders (bijv. Jemen en Oekraïne) werd de doorvoer van wapens wél stopgezet omdat schendingen niet konden worden uitgesloten.

  Vandaag was ik bij het kort geding dat Oxfam Novib, PAX for peace en The Rights Forum hadden aangespannen tegen de Nederlandse staat om de levering van F35-onderdelen aan Israël te stoppen en een einde te maken aan onze medeplichtigheid aan de oorlogsmisdrijven die Israël naar alle waarschijnlijkheid pleegt.

  Terwijl haar familie en vrienden in Gaza werden dood gebombardeerd en Nederland bleef doen alsof dit de normaalste zaak van de wereld was

  F35’s vormen weliswaar de ruggengraat van de Israëlische luchtoperatie, maar hoe konden we zeker zijn dat er burgers mee gedood werden? En die VN-experts, onderdeel van het multilaterale systeem dat Nederland al sinds jaar en dag als een pijler van zijn buitenlandbeleid beschouwt – waren die experts eigenlijk wel te vertrouwen als zij wezen op stevige aanwijzingen van oorlogsmisdrijven en genocide? En die totale blokkade voor voedsel, brandstof en medische middelen – had die überhaupt wel plaatsgevonden.

  Het was ontluisterend daarna het relaas van de landsadvocaat aan te horen.

  Een cynisch spel van twijfel zaaien om de aandacht af te leiden van de horrorshow die non-stop doordraait in Gaza.

  De geest van de wet lijkt me helder. Maar mazen zijn er altijd. Ik kan er met mijn hoofd niet bij dat dat is wat Nederland wil: een loophole vinden om volkenmoord te kunnen blijven steunen.