Bewuste gebeurtenissen

Inleiding

Dit is een opdracht die je als docent en als leerling kan gebruiken wanneer er in de maatschappij een heftige situatie heeft plaatsgevonden. Of het nu dichtbij was of ver weg, met deze opdracht heb je de mogelijkheid om erbij stil te staan, en om het te verwerken. Er zijn geen goede of foute antwoorden op de vragen die er staan: alleen jouw antwoorden.

Met deze opdracht krijg je het volgende:

  • Je wordt je bewust van wat er concreet is gebeurd
  • Je wordt je bewust van hoe je aan de informatie bent gekomen
  • Je krijgt meer inzicht in jouw gedachten, gevoel en gedrag: dus de manier hoe je met de gebeurtenis omgaat.
  • Je krijgt inzicht in wat mag en niet mag en wat waardevol is en wat niet
  • Je krijgt meer inzicht in hoe anderen met de situatie omgaan.
  • Je krijgt inzicht in wat je eventueel nu wil doen.

Toen

1: Gebeurtenis

  • Wat gebeurde er?
  • Hoe weet je dat dat is gebeurd? Was je er zelf bij? Heb je het gelezen of gezien?
  • Wat is de bron van de informatie die je hebt gekregen? Geef de directe link als je internet hebt geraadpleegd of de datum, titel en bladzijde van de krant als je die geraadpleegd hebt.
  • Waar was jij op dat moment?
  • Wie waren er op dat moment bij jou?

2: Gedachte

  • Wat dacht je?
  • Heb je erover gepraat met anderen? Hoe reageerden ze op jouw gedachten? Wat dachten zij?

3: Gevoel

  • Wat voelde je? (Tip: Kijk eens naar bijlage 1: daar staat een overzicht met verschillende gevoelens.)
  • Was er iets wat je nodig had of waar je behoefte aan had? Wat was dat? (Tip: Kijk eens naar bijlage 2: daar staat een overzicht met verschillende behoeften.)
  • Heb je erover gepraat met anderen? Hoe reageerden ze op jouw gevoel? Wat was hun gevoel?

4: Gedrag

  • Wat deed je?
  • Wat deed je samen met anderen? Wat deden zij?
  • Is er iets wat je op dat moment had willen doen? Zo ja, wat had je willen doen?

5: Gevolg

  • Wat gebeurde er toen?
  • Is dit wat je had gewild dat er gebeurde? Wat had je gewild dat er zou gebeuren?
  • Wat zou er dan kunnen gebeuren?

Normen en waarden

  1. Denk terug aan wat er is gebeurd. Mag dit?
  2. Waarom mag het wel of waarom mag het niet?

Als je je afvraagt of iets wel of niet mag, denk je al snel aan normen en waarden. Een voorbeeld van een norm: Je mag geen dingen van andere mensen kapot maken. Of: Je moet je houden aan de aanwijzingen van de autoriteiten. Normen zijn hetzelfde als regels. Ze geven aan wat wel of niet mag.

Voorbeelden van waarden: Eerlijkheid, zekerheid, veiligheid, vertrouwen en openheid. Bijvoorbeeld: Ik kan open zijn naar mijn mentor. Ik voel dat ik kan zeggen wat ik denk, en er niet op afgerekend word.

Denk terug aan wat er is gebeurd.

  1. Welke normen kan je bedenken bij deze gebeurtenis?
  2. Zijn er normen overtreden? Door wie? Kan je bedenken waarom?
  3. Welke waarden kan je bedenken bij deze gebeurtenis?
  4. Zijn er waarden die met elkaar botsen? Bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting met veiligheid.
  5. Waarom botsen deze waarden met elkaar?
  6. Wat voor waarden zijn in deze gebeurtenis nodig, bijvoorbeeld zodat het in de toekomst niet meer gebeurt?

Nu

Beantwoord de volgende vragen.

  1. Hoe kijk je er nu op terug?
  2. Wat denk en voel je nu?
  3. Hoe is dat voor jou?
  4. Wat denken en voelen de anderen?
  5. Hoe is dat voor jou?
  6. Is er iets wat je er nu mee wil doen? Wat wil je er nu mee doen?
  7. Waarom is dat wat je ermee wil doen? / Waarom wil je er verder niets mee doen?
  8. Wil je dit met iemand delen? Waarom wil je dit delen?
  9. Met wie wil je het delen? Waarom met die persoon?

Een nieuwe les

Het kan zijn dat je hier verder aandacht aan wil besteden in een nieuwe les. Als dat zo is, beantwoord dan de volgende vragen.

  1. Wat wil je behandelen in de klas?
  2. Waarom wil je dat behandelen in de klas?
  3. Wat moet de docent weten?
  4. Wat wil je jouw klasgenoten meegeven?
  5. Wat wil je met jouw klasgenoten of als docent bereikt hebben aan het eind van de les?

Bijlage 1: Lijst met gevoelens

Blij

Nieuwsgierig

Verwachtingsvol

Verbaasd

Teleurgesteld

Vrolijk

Tevreden

Uitgerust

Verward

Verdrietig

Geamuseerd

Warm

Gefrustreerd

Zenuwachtig

Weemoedig

Opgewekt

Dankbaar

Geïrriteerd

Onzeker

Machteloos

Opgewonden

Geraakt

Boos

Bang

Afwezig

Uitbundig

Opgelucht

Ongeduldig

Beschaamd

Moedeloos

Enthousiast

Op mijn gemak

Minachtend

Ongemakkelijk

Onverschillig

Energiek

Ontspannen

Jaloers

Schuldig

Uitgeput

Verrast

Zelfverzekerd

Onrustig

Verontrust

Vermoeid

Geprikkeld

Trots

Bezorgd

Bedroefd

Niets

Geïnspireerd

Vastberaden

Geschrokken

Alleen

 

Betrokken

Open

Gespannen

Ontredderd

 

Bijlage 2: Lijst met verschillende behoeftes

Lichamelijk goed voelen

Mentaal

goed voelen

Openheid

Groei

Kunnen bijdragen

Me vitaal voelen

Samen zijn

Integriteit

Leren

Acceptatie

Rust

Ondersteuning

Autonomie

Vieren

Liefde

Plezier

 

Iets delen met

een ander

Vrijheid

Betekenis kunnen geven

Delen

Ontspanning

Wederkerigheid

Creativiteit

Rouwen

Contact

Zekerheid

Gemeenschappelijkheid

Verantwoordelijk-heid

Richting

Waardering

Veiligheid

Betrokkenheid

Ruimte

Van belang zijn

Inleving

Vertrouwen

Zorg

Zelfstandigheid

Erkenning

Doeltreffend-heid

Respect

Eerlijkheid

Ontwikkeling

Zingeving

Voldoening

Helderheid

Authenticiteit

Uitdaging

Bezieling

Resultaat

Structuur

Zelfexpressie

Verandering

Verbinding

Voortgang

Stabiliteit

Echtheid

Inspiratie

Begrip

Afronding

Gemak

Harmonie

Schoonheid

Aanwezigheid

Niets

Orde

Balans

Heelheid

Energie

 

Copyright © Map out, alle rechten voorbehouden.