Paarse vrijdag

Doelgroep:
VO, MBO

Tijd:
50-60 minuten

Nodig:
Pen en papier

Leerdoelen:

  • Je kunt uitleggen waar Paarse Vrijdag voor staat.
  • Je kunt uitleggen wat paarse vrijdag voor jou betekent.
  • Je kunt aan mensen in je omgeving vragen wat paarse vrijdag voor hen betekent.
  • Je kunt jouw behoefte om jezelf te zijn vergelijken met dezelfde behoefte van iemand anders.
  • Je kunt jouw behoefte om erbij te horen vergelijken met dezelfde behoefte van iemand anders.

Inleiding

Paarse vrijdag. Elk jaar is er een dag waarop we vieren dat jongeren met een LHBTI+ achtergrond er mogen zijn. Dat je er mag zijn, wordt ook aangegeven door artikel 1 van de Grondwet:

Iedereen in Nederland wordt in gelijke gevallen gelijk behandeld, en discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Paarse vrijdag is in het leven geroepen door de Gay Straight Alliance. Een groep leerlingen op elke middelbare school die aandacht geeft aan LHBTI+ leerlingen. Het doel is om juist de verbinding te creëren tussen deze groep én alle andere leerlingen. Want samen sta je sterk. Op paarse vrijdag mag dat gevierd worden. Hoe doe je dat? Juist! Door iets paars te dragen. En ook: door deze oefening te doen in de les!

Bekijk de video.

Oefening 1: LHBTI+

In de uitlegtekst kun je zien dat LHBTI+ een klikbaar woord is.

  1. Vorm tweetallen of doe de oefening klassikaal. 
  2. Kijk samen naar de woorden die samen de afkorting LHBTI+ vormen. 
  3. Schrijf op: Welke woorden zie je?
  4. Wat betekenen die woorden volgens de uitleg? 

Bespreek samen:

  1. Wat wordt in de uitlegtest mee bedoeld dat mensen met een LHBTI+ achtergrond er mogen zijn? 

Oefening 2: Paarse kleren

  1. Kijk om je heen in de klas: wie dragen er allemaal iets paars? Neem de vraag over en schrijf jouw antwoord op:
    1. Hoeveel mensen zie je die iets paars dragen?
    2. Vraag iemand die iets paars draagt: is dit vanwege Paarse Vrijdag? Wat betekent Paarse vrijdag voor jou persoonlijk?
    3. Vraag iemand die niet iets paars draagt: Is er een reden voor dat je geen paars draagt? Wat betekent LHBTI+ voor jou persoonlijk?

  2. Optioneel: Breid deze oefening eventueel uit door de school in te lopen en te kijken naar leerlingen en leraren die iets paars dragen. Doe dezelfde opdrachten van opdracht 1, maar dan in de school. Vergeet ook de conciërges en het andere schoolpersoneel niet.

  3. Terug in de groep: Bespreek de scores van opdracht 1 samen.
  4. Wat betekent Paarse Vrijdag voor jou?
  5. Wat zijn jouw wensen om verbinding te creëren en/of te houden in de groep?
  6. Wat is er belangrijk aan die verbinding?
  7. Wanneer heb jij het gevoel dat je erbij hoort?

Oefening 3: Erbij horen en jezelf kunnen zijn

Doe de volgende oefening voor jezelf. Bespreek daarna de scores met elkaar.

Geef een cijfer van 1 tot en met 5 bij elke vraag.

  • 1 = nee | 2 = een beetje | 3 = redelijk | 4 = heel erg | 5 = absoluut

Vraag

Cijfer (1 – 5)

Vraag 1

Als ik denk dat andere mensen mij niet accepteren, dan laat ik me dat niet raken.

 

  

Vraag 2

Ik werk er hard aan om geen dingen te doen die ervoor zorgen dat andere mensen mij negeren of afwijzen.

 

 

 

Vraag 3

Ik maak me zelden zorgen over of andere mensen om mij geven.

 

 

 

Vraag 4

Ik heb het nodig om te ervaren dat er mensen zijn naar wie ik toe kan gaan als ik het nodig heb.

 

 

 

Vraag 5

Ik wil dat andere mensen mij accepteren.

 

 

 

Vraag 6

Ik houd er niet van om alleen te zijn.

 

 

 

Vraag 7

Als ik een lange periode weg ben van mijn vrienden, dan maakt me dat niets uit.

 

 

 

Vraag 8

Ik heb een hele sterke behoefte om erbij te horen.

 

 

 

Vraag 9

Het doet me heel veel wanneer ik geen onderdeel ben van andermans plannen om iets te gaan ondernemen.

 

 

 

Vraag 10

Ik voel me snel gekwetst wanneer ik ervaar dat anderen mij niet accepteren.

 

Score

  1. Tel de scores van vraag 2, 4, 5, 6, 8, 9 en 10 bij elkaar op.
  2. Tel er 18 bij op.
  3. Haal de scores van 1, 3 en 7 eraf.
  4. Deel het aantal door 10.

Dit is mijn score:

 


Bron van de vragenlijst:
Van de Ven, N. (2023). Need to belong and need for uniqueness – from course Organizational Psychology, Tilburg University.

Oefening 3: Coming in

In de korte film ‘Coming In’, zegt … rond 2:06 ‘Maar toch heb ik het gevoel dat ik het moet doen’. Ze bedoelt daarmee dat je toch uit de kast moet komen, terwijl hetero mensen of cis gender mensen dat niet hoeven te doen, voor haar gevoel.

Bespreek de volgende vragen met elkaar:

  1. Wat betekent: uit de kast komen?
  2. Voor wie kom je uit de kast?
  3. Moeten mensen die op hetzelfde geslacht vallen altijd uit de kast komen? Leg je antwoord uit.
  4. Help je iemand als je hem/haar/hen uit de kast trekt? Daarmee wordt bedoeld: Dat je voor iemand zegt dat die persoon op hetzelfde geslacht valt.
  5. Bekijk samen de do’s en don’ts in de tabel.
  6. Waar ben je het mee eens?
  7. Waar ben je het mee oneens?
  8. Zou je iets toevoegen of veranderen bij een do of don’t? Leg je antwoord uit.

Do’s

Don’ts

Geef tijd en ruimte

Volg de persoon in wat hij/zij/hen nodig heeft.

Bied een luisterend oor wanneer de persoon erover begint.

Geef geen oordeel.

Geef alleen tips als de persoon erom vraagt.

Stel open vragen als je zelf niet weet wat je precies kunt doen.

Vraag waar de persoon behoefte aan heeft.

Oordelen

De  persoon uit de kast ‘trekken’ door zelf te vertellen over de gender en/of seksualiteit van die persoon.

Zonder overleg het verhaal van die eprsoon aan anderen vertellen.

Geen vragen stellen uit angst dat het misschien confronterend is.

Wegdraaien/weglopen.

Bekijk samen de film ‘Coming in’.

https://schooltv.nl/video/film-in-de-klas-ongeschreven-regels-coming-in/

Bespreek de volgende vragen met elkaar:

  1. Wat is jouw reactie op de film?
  2. Wat is je gevoel erbij?
  3. Hoe denk je erover?
  4. Heb je dromen of wensen voor de personen in de video?

Bronnen

  1. https://schooltv.nl/video/film-in-de-klas-ongeschreven-regels-coming-in/
  2. https://mapout.nl/nationale-comingoutdag/
  3. Van de Ven, N. (2023). Need to belong and need for uniqueness – from course Organizational Psychology, Tilburg University.