Maandagochtend, de wekker gaat...

Het onderwijs. De dynamische plek waar het altijd bruist. Groepen kids in een klas, jong of oud, met een docent die het leidt. En stel je voor: Maandagochtend, de wekker gaat. Ik heb mijn tas gisteravond al gepakt. Alles zit erin: mijn boeken, etui, mijn nieuwe tabblet (want dat legt makkelijk uit) en een mueslireep. In de ochtend komen daar mijn lunch en een appel bij. Ik heb er zin in! Ik wil knallen! Ik wil mijn leerlingen leren dat ze het kunnen. En dat ze sterker zijn dan ze beseffen. En dat ze alles kunnen worden wat ze maar willen! Met mijn lessen burgerschap komen ze er zeker.

Ik loop door de hoofdingang, en ik kijk om mij heen. Ik zucht van blijdschap. Daar ben ik weer! Ik zie Peter. ‘Goedemorgen!’ Roep ik vrolijk! ‘Goedemorgen..’, zegt hij terug. Ik loop verder, zie de conciërges. Zij zijn ook vrolijk. ‘Goedemorgen! Fijne vakantie gehad?’ ‘Ja, zeker, en jij?’. Een kwartier later zit ik in de personeelskamer. Collega Ellen komt erbij zitten. En de sfeer verandert: een beetje bedompt. Ellen zucht: ‘We moeten weer he.. wat vind je van de veranderingen die onze chef voor de vakantie nog even heeft ingevoerd? Dat kan toch niet? Doe dat dan op een handiger moment.’ Ik denk: ‘Maar je kan toch meevaren op die veranderingen en daar zelf iets leuks van maken? Het gaat vooral om het contact tussen mij en de leerlingen. En dat is het leukste. Daar kan je echt iets van maken. Echt iets leuks. Creatief zijn, kijken hoe ze op je reageren. En daarop anticiperen. En….’

Mijn gedachten worden gestopt. Alsof Ellen mijn gedachten kan lezen: ‘Jij komt er nog wel achter, Suzanne, hoe het hier werkt. Je loopt hier nog maar net rond. Maar je zal merken dat er veel veranderingen komen. En dat is niet fijn als je er al zo lang werkt. Dat zul jij ook wel krijgen als je hier wat langer werkt.’ ‘Tja’, denk ik, ‘ik denk liever samen met de directeur en collega’s naar de mogelijkheden om het onderwijs nog mooier te maken. Daarom heb ik me op deze school aangemeld: zelf je ding kunnen doen. Je talenten en creativiteit kunnen gebruiken en je eigen grenzen kunnen verleggen. Dat avontuur wil ik aangaan.

Ik denk aan dat boek van Ron Clark* (in het Engels) dat ik deze vakantie heb gelezen. Hij vertelt over:

Runners: mensen die altijd in beweging zijn, het voortouw nemen, het meeste werk verzetten, denken aan de inhoud van het werk, daar hun plezier aan houden en geen stimulans van buitenaf nodig hebben om hun leuke werk te doen
Joggers: mensen die goed werk verrichten en potentie hebben. Kijken naar de runners om een goed voorbeeld aan te nemen.
Walkers: mensen die het minimale doen maar wel veel zeuren. Kijken naar de runners en joggers als onhaalbaar voorbeeld.
Riders: mensen die stilletjes en hangend wachten op hun pensioen
Drivers: mensen die de organisatie leiden.

En dan bedenk ik me: wie wil ik zijn? Wat voor persoon wil ik zijn? Met wie wil ik omgaan om mezelf te verbeteren, en plezier te halen uit het werk? Bij wie kan ik mijn talenten kwijt? Want daar doe ik het toch voor? En voordat ik die gedachte kan afmaken bedenk ik me: Yes, over 20 minuten begint de les. Ik ga aan de slag, en ik heb er zin in!

Beste lezer, ik hoop dat je een fantastisch jaar hebt met veel energie, plezier, die kleine fijne gesprekjes met leerlingen en mooie projecten met jouw collega’s binnen jouw school. En ik hoop dat iedere uitdaging voor jou een kans is om het onderwijs mooier te maken. Let’s do it!