Verkiezingen: Debattrucjes

Inleiding

In deel 1 van Debattrucjes: Debattrucjes! Naar aanleiding van de afleveringen van Arjen Lubach, schrijf ik elke keer een mini-les met een aantal vragen. Zo leert elke leerling te debatteren als een politicus.

Doelgroep:
Vmbo, havo, vwo

Nodig:
Aantekeningenpapier en een pen en/of potlood

Leerdoelen:

  • De leerlingen kunnen verschillende debattrucjes benoemen nadat ze zijn voorgekomen in de video.
  • De leerlingen kunnen uitleggen wat deze debattrucjes zijn.
  • De leerlingen kunnen minimaal één debattrucje zelf toepassen.

Relevantie:
Verkiezingen, politiek, maatschappijleer, mentorles, mediales, Nederlands, mens & maatschappij

Opdrachten

Opdracht 1: Dit weet ik al

Beantwoord de volgende vragen.

  1. Welke woorden komen in je op bij debatteren? Schrijf deze op.
  2. Bespreek in tweetallen: Wat betekenen de woorden?
  3. Wat doe je bij debatteren?
  4. Wie zo je tijdens een politiek debat willen overtuigen?
  5. Waarom denk je dat?

Opdracht 2: Video Debattrucjes

Bekijk samen de video:

Opdracht 2A: In het begin

Beantwoord de volgende vragen.

  1. Welke debattrucs bespreekt Arjen?
  2. Wat is er belangrijk aan de manier waarop de politici opkomen?
  3. Wat denken mensen volgens Tex als hij praat over een gesprek met iemand?
  4. Verzin een gesprekje dat je met iemand hebt gehad. Het moet gaan over een probleem in de maatschappij. Bijvoorbeeld: De boodschappen zijn te duur of luchtvervuiling. Weet je zelf een probleem? Dan mag je dat natuurlijk ook gebruiken.

Opdracht 2B: Mag ik misschien heel even uitpraten?

Doe de volgende opdracht:

    1. Maak tweetallen.
    2. Verzin een vraag en een antwoord. Bijvoorbeeld een vraag: Welk vak vind jij het leukst en waarom? En een antwoord: Het vak aardrijkskunde, want daar leer je over landen en mensen en …… Zorg voor een LANGE opsomming.
    3. Onderbreek het antwoord met ‘Mag ik misschien heel even uitpraten?’
    4. Bespreek met elkaar: hoe was dat om te doen?
    5. Wissel van rol en doe opdracht B t/m D nog een keer.

Opdracht 2C: Mee eens!

Herhaal opdracht 2B, maar: Nu zeg je dat je het eens bent met de ander. Dus:

    1. Houd dezelfde tweetallen.
    2. Verzin een vraag en een antwoord. Bijvoorbeeld een vraag: Welk vak vind jij het leukst en waarom? En een antwoord: Het vak aardrijkskunde, want daar leer je over landen en mensen en …… Zorg voor een KORTE opsomming.
    3. Laat de ander uitpraten en zeg dan: Daar ben ik het mee eens.
    4. Bespreek met elkaar: hoe was dat om te doen?
    5. Wissel van rol en doe opdracht B t/m D nog een keer.

Opdracht 2D: Nee schudden

Houd dezelfde tweetallen.

    1. Verzin een vraag en een antwoord. Bijvoorbeeld een vraag: Welk vak vind jij het leukst en waarom? En een antwoord: Het vak aardrijkskunde, want daar leer je over landen en mensen en …… Zorg voor een LANGE opsomming.
    2. Schud ‘nee’ terwijl de ander praat.
    3. Bespreek met elkaar: hoe was dat om te doen?
    4. Wissel van rol en doe opdracht B t/m D nog een keer.

Opdracht 2E: Pleidooi

2E: Neem als onderwerp: De boodschappen zijn te duur. Doe de volgende opdracht met de klas:

    1. Bedenk twee argumenten voor deze stelling: De boodschappen zijn te duur. Zoek evt. informatie op internet op.
    2. Probeer boven de argumenten te staan. Let goed op hoe Diederik dit in de video aanpakt.
    3. Maak een pleidooi van drie zinnen. Sluit af met drie stevige woorden.
    4. Bedenk wie dit gaan doen in de klas: Bereid je voor op je pleidooi. Sta stevig, neem je tijd en spreek je zinnen uit. Overtuig iedereen van jouw gelijk!

Antwoorden debattrucjes

  1. Welke debattrucs bespreekt Arjen?
    1. Het verzonnen gesprekje waarbij een politicus doet alsof hij een burger heeft gesproken.
    2. Cijfers
    3. Onafhankelijke instanties in twijfel trekken
    4. Op de persoon spelen
    5. Zeggen: ‘Mag ik misschien heel even uitpraten?’
    6. Zeggen dat je het eens bent met een andere politicus
    7. Oneliners gebruiken
    8. De zoemer gebruiken (om de aandacht te trekken)
    9. Nee schudden
    10. Het onderwerp breder trekken door boven de partijen te gaan staan / pleidooi en veel tijd nemen.
    11. De verrassingsaanval

  2. Wat is er belangrijk aan de manier waarop de politici opkomen?
    Hoe beter ze dit doen, hoe meer ze gezien worden (als iemand die het weet).

  3. Wat denken mensen volgens Tex als hij praat over een gesprek met iemand?
    Dan denken mensen dat Tex echt luistert naar de mensen, dat mensen echt belangrijk voor hem zijn. Dat klopt dus niet, want Tex weet helemaal niets over die mensen en geeft allemaal verkeerde informatie.

Bonusvragen

  1. Hoeveel debatten noemt Arjen die op TV en radio worden uitgezonden?
  2. Hoe heet de rubriek over debatteren?

Opdracht 3: Verzin het maar.

Beantwoord de volgende vragen.

  1. Hoe ging het je af om dingen te verzinnen bij de vorige opdracht?
  2. Wat heb je allemaal kunnen verzinnen (samen met iemand anders)?
  3. Mogen politici tijdens de verkiezingen ook dingen verzinnen?
  4. Wat wel of wat niet? Leg uit waarom.