Wie heeft het voor het zeggen?

In mijn vorige blog had ik het over de kennismaking met Michel Zijffers. Daarin hadden we het aan de hand van LOB en burgerschapsonderwijs ook over de persoon die uiteindelijk over het leeraanbod moet gaan.

Want laten we wel wezen: iedereen vindt er iets van. Er gaat geen dag voorbij, of ik zie al meerdere berichten voorbij flitsen waarin iemand zegt hoe hij / zij vindt dat het onderwijs geregeld moet worden. Of het nu een ouder is, een expertisecentrum, een docent, een directeur, een onderzoeker, een zzp’er, een ondernemer met kinderen, een tv programma, een politicus of een journalist. Dat vind ik logisch. Onderwijs is immers een mini-maatschappij waarin jongeren kunnen ontdekken en oefenen. Met LOB en burgerschap kunnen ze dat volop doen.

Maar wie heeft het uiteindelijk voor het zeggen? Wie bepaalt wat er ontdekt en geoefend wordt, en hoe? Het antwoord mag er zijn: de leerling. En aan de hand daarvan maken leerling en docent de les en het onderwijs. Het leermoment met de leerling en docent maakt ook de kwaliteit. Het gaat onder andere om de prikkels die de docent geeft waardoor de leerling gaat nadenken, en waardoor het leerproces ontstaat.

Daarom even een kleine boodschap aan de leerlingen. Je mag: alle vragen stellen die je wil stellen, aangeven wat je wil leren en hoe je wil leren en (mee)denken in de mogelijkheden die er zijn. Geef het aan en blijf er niet mee zitten. Want jij mag gehoord worden. Werk samen met je docent, en luister naar zijn / haar instructies en vragen. Werk hard, ga voor grote uitdagingen. En wees trots wanneer je ze hebt behaald.