Interview met: Karim Amghar

Onderwijsprofessional, docent, auteur, key note spreker

Op zoek gaan naar de meest waardevolle manier waarop je burgerschapsgerelateerde onderwerpen kunt bespreken in de klas, dat zou bij jou als docent bekend in de oren kunnen klinken. Welke onderwerpen zijn belangrijk én waardevol? En hoe ga je daarmee om? Wat bied je concreet aan de leerlingen aan en wat moeten ze aan het eind geleerd hebben? De komende maanden interview ik inspirerende personen in hun vakgebied. Zij leggen uit hoe je om moet gaan met deze onderwerpen. Op basis van dit gesprek maak ik een lesbrief over de boodschap die deze personen geven.

In dit interview staat Karim Amghar centraal. Hij is 34 jaar en vader van twee prachtige dochtertjes en sinds kort ook een zoon. Hij maakt TV en radioprogramma’s voor de NTR met name op het gebied van onderwijs, zoals ‘Geloof in het onderwijs’ op NPO 2. Hierin wordt onder andere artikel 23 over Vrijheid van onderwijs behandeld, alsook de nieuwe burgerschapsopdracht in het onderwijs.

‘Er worden veel nieuwe scholen met bijzonder onderwijs gesticht waarbij er veel vrijheid van onderwijs is’, zegt Karim, ‘maar waar de verscherping van burgerschapsonderwijs wel aan bod moet komen. Je ziet ook dat heel veel huidige scholen zijn afgewezen op basis van burgerschap. Dus burgerschap is steeds belangrijker geworden. Waarom? Ik ben er steeds kritischer op dat burgerschap geen ‘staatsburgerschap’ moet worden.

Daarnaast schrijf ik boeken en artikelen, met name over kansenongelijkheid, burgerschap, inclusie, diversiteit, radicalisering, polarisatie, grensoverschrijdend gedrag en dat soort dingen.’

‘Ik ben op de eerste plaats gespecialiseerd in het onderwijs waarbij ik me met name focus op kansenongelijkheid, radicalisering, burgerschap, maar ook onderwaardering van met name de mbo’ers. Ik heb expertise op het gebied van po, vo en mbo. Maar mijn hart ligt het meest bij middelbaar beroepsonderwijs. Er is een enorme onderwaardering terwijl er tekorten zijn. Er zijn 500.000 studenten die jaarlijks op het mbo zitten ten opzichte van hbo en wo waarbij het aantal 275.000 is. Maar toch ligt de prioriteit niet bij het mbo, of in ieder geval te weinig.

En daar doe ik mijn best voor vanuit mijn rol als voorzitter bij de werkagenda mbo waarbij ik Minister Dijkgraaf van Onderwijs, Wetenschap en Milieu adviseer. Maar ook vanuit mijn rol als commissielid in het Nationaal Programma Onderwijs waarbij ik Minister Wiersma van het Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs adviseer. Dus ik probeer zoveel mogelijk impact te maken op deze thema’s. En sinds kort ook als lid van de Raad van Toezicht in het Media College in Amsterdam.’

In dit interview staat Karim Amghar centraal. Hij is 34 jaar en vader van twee prachtige dochtertjes en sinds kort ook een zoon. Hij maakt TV en radioprogramma’s voor de NTR met name op het gebied van onderwijs, zoals ‘Geloof in het onderwijs’ op NPO 2. Hierin wordt onder andere artikel 23 over Vrijheid van onderwijs behandeld, alsook de nieuwe burgerschapsopdracht in het onderwijs.

‘Er worden veel nieuwe scholen met bijzonder onderwijs gesticht waarbij er veel vrijheid van onderwijs is’, zegt Karim, ‘maar waar de verscherping van burgerschapsonderwijs wel aan bod moet komen. Je ziet ook dat heel veel huidige scholen zijn afgewezen op basis van burgerschap. Dus burgerschap is steeds belangrijker geworden. Waarom? Ik ben er steeds kritischer op dat burgerschap geen ‘staatsburgerschap’ moet worden.

Daarnaast schrijf ik boeken en artikelen, met name over kansenongelijkheid, burgerschap, inclusie, diversiteit, radicalisering, polarisatie, grensoverschrijdend gedrag en dat soort dingen.’

‘Ik ben op de eerste plaats gespecialiseerd in het onderwijs waarbij ik me met name focus op kansenongelijkheid, radicalisering, burgerschap, maar ook onderwaardering van met name de mbo’ers. Ik heb expertise op het gebied van po, vo en mbo. Maar mijn hart ligt het meest bij middelbaar beroepsonderwijs. Er is een enorme onderwaardering terwijl er tekorten zijn. Er zijn 500.000 studenten die jaarlijks op het mbo zitten ten opzichte van hbo en wo waarbij het aantal 275.000 is. Maar toch ligt de prioriteit niet bij het mbo, of in ieder geval te weinig.

En daar doe ik mijn best voor vanuit mijn rol als voorzitter bij de werkagenda mbo waarbij ik Minister Dijkgraaf van Onderwijs, Wetenschap en Milieu adviseer. Maar ook vanuit mijn rol als commissielid in het Nationaal Programma Onderwijs waarbij ik Minister Wiersma van het Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs adviseer. Dus ik probeer zoveel mogelijk impact te maken op deze thema’s. En sinds kort ook als lid van de Raad van Toezicht in het Media College in Amsterdam.’

Wat is de ultieme boodschap die jij de wereld in wil sturen?

‘The hurt of one is the hurt of all. En ‘the healing of one is the healing of all’

‘Dat het monster van kansenongelijkheid dat op dit moment keihard om zich heen slaat’, zegt Karim. ‘We zien dat het met name gaat over de sociaaleconomische status. Kansenongelijkheid kent geen kleur of identiteit of religie, maar slaat heel hard om zich heen op basis van je sociaaleconomische status. Het komt omdat ons onderwijssysteem teveel afhankelijk is van externe factoren. Mijn grootse wens is om dat onderwijssysteem aan te passen, maar tegelijkertijd ook de huidige influencers in de klas – daarmee bedoel ik natuurlijk docenten van po tot wo – om te kijken hoe je je tools op een zodanige manier kunt inzetten zodat je gelijkheid kunt creëren.

Daarbij speelt burgerschap een hele belangrijke rol, omdat burgerschap bij uitstek een vak is waar je leert om met elkaar om te gaan. Je leert er voor elkaar te zijn en elkaar te helpen. ‘The hurt of one is the hurt of all. En ‘the healing of one is the healing of all’, is een principe wat ik in mijn burgerschap lessen heb. Want zoals ik waarschijnlijk nog niet verteld heb is dat ik nog steeds één keer in de week lesgeef in burgerschap. Dus ik vind wel dat er een stevige basis in het klaslokaal moet zijn om ongelijkheid bespreekbaar te maken. Met name moeten ook kinderen, jongeren, ouders en professionals, de tools krijgen om te kunnen omgaan met ongelijkheid.

Want’, zegt Karim, ‘het is nou eenmaal zo dat ongelijkheid in onze samenleving speelt. En je kunt maar beter jongeren daarop voorbereiden dan dat je ze het meritocratische systeem voorschotelt wat uiteindelijk niet meritocratisch blijkt te zijn. Want dan is de klap dubbel zo hard. Dan word je ongelijk behandeld én voel je je enorm in de steek gelaten door het systeem. Want: ‘Iedereen vertelde me toch dat het systeem gelijk was?’

‘het is nou eenmaal zo dat ongelijkheid in onze samenleving speelt’

‘De reden is dat ik zelf heb ervaren hoe het is om ongelijk behandeld te worden, en dat heeft heel veel met mij gedaan. Ik ben in een enorm dal terecht gekomen. Ik heb in de criminaliteit gezeten en ben geradicaliseerd geweest. Ik heb twee mbo opleidingen versleten – niet gehaald – omdat ik in beide gevallen 80% afwezig was. Ik haalde wel altijd alles. Ik voelde men niet gezien,  niet gehoord, en kwam daardoor dus niet graag naar school. Dat had niets met het niveau te maken, maar wel met hoe ik me voelde binnen het systeem. Uiteindelijk kwam ik daar pas uit nadat iemand een hand op mijn schouder legde en wel in me ging geloven.

En daarna ging het als een liefdesvuurtje branden, in de zin dat meer mensen in me gingen geloven. Zo ging ik vanuit niets de opleiding Communicatie en media doen op het hbo. Ik heb mijn bachelor gehaald en ben toen door gaan studeren: Pedagogiek en didactiek en ben toen in een enorm andere wereld terecht gekomen. Mijn wereld verrijkte enorm nadat ik daar uit kwam.

Het is dus zo belangrijk dat wij jongeren daarbij echt helpen om ook die verrijking te gaan zien. Dat ze die ‘self fulfilling prophecy’ niet alleen bij de ander zien – dat een ander je slecht behandelt of uitsluit – maar dat je die ook bij jezelf ziet. Dat vraagt ook om een eigen verantwoordelijkheid van de jongeren, kinderen en volwassenen om die zelfredzaamheid en weerbaarheid te vergaren. Want dat gaat ze helpen om eruit te komen. Als iedere familie een grote zak geld zou krijgen, zou dat maar voor even helpen. Maar dan kun je nog steeds niet generatie-overstijgend de kansenongelijkheid aanpakken. Door die zelfredzaamheid en weerbaarheid te creëren zal dat beter lukken’, zegt Karim.

Wat weet je over burgerschap op school en 

wat vind je ervan dat burgerschap wordt aangeboden op scholen?

‘Nou, heel veel. 1: omdat ik burgerschap al bijna twaalf, dertien jaar geef. Ik heb aan het begin gestaan van de ontwikkeling van de burgerschapsopdracht. Ik help met name po en mbo scholen met het burgerschapsonderwijs. Dat doe ik ook in het voortgezet onderwijs, maar dan iets minder. Ik sta nu ook aan de start van de burgerschapsopdracht, die wel wat steviger is en heel anders is dan mensen überhaupt gewend zijn. Het wordt strakker, want er wordt meer van jou als docent verwacht. Maar de insteek van de ontwikkelaars is heel erg dat het niet een vak wordt op maandagochtend, of waar examentrainingen voor gemaakt moeten worden. Of een vak waar deelnameverplichting voor is wat afgetekend kan worden, en dan komt het wel goed. Dus het is zeker belangrijk onderwijs. Maar tevens heb ik hier dubbele gevoelens bij, omdat ze de vrijheid om het aanbod van burgerschap vanuit docenten aan het afkaderen zijn.’

Hoe wordt het burgerschapsonderwijs beter van wat jij de wereld wil meegeven?

‘Ik probeer altijd didactisch te verbinden met de leefwereld van de leerlingen. Ik probeer heel erg aan te sluiten bij mijn studenten waarvan het belangrijk is dat ze de vaardigheden die ze bij mij leren in de praktijk kunnen uitoefenen. Als jij alleen maar kennis hebt van de wereld die ver af staat van de wereld van de studenten, dan is het dus belangrijk dat je in gesprek gaat met de studenten / leerlingen om hun leefwereld te leren kennen. Zo kun je je materiaal het beste afstemmen. Mijn voordeel is wel dat mijn expertise ervoor zorgt dat ik heel snel verbinding weet te maken tussen een thema en de leefwereld van de leerlingen, zodat zij gelijk het gevoel hebben van: ‘Aah, dit herken ik! Dat heb ik al gezien in mijn omgeving. Ah, dus op die manier is dat voor mij een valkuil geweest!’ Daar heb ik enorm veel aan.’

Wat wil je meegeven aan docenten en leerlingen en docenten die bezig zijn met burgerschap?

‘Je doet al heel erg veel moois’, zegt Karim. ‘Het onderwijs is het fundament van een goed werkende samenleving waarbij burgerschap een hele belangrijke rol in dat fundament speelt. Het is heel belangrijk dat je je bezighoudt met de basisvaardigheden: Nederlands, rekenen, digitale geletterdheid en burgerschap. Dat is ontiegelijk belangrijk. Tegenwoordig is burgerschap ook een basisvaardigheid geworden. Het is van enorm onschatbare waarde, omdat als je burgerschapsonderwijs geeft, je daarmee dus ook de rugzakjes met metaforische bakstenen aan problemen bij kinderen. Want het maakt niet uit waar je vandaan komt.

Tegenwoordig zijn er ontiegelijk veel prikkels. Dan kun jij er als burgerschapsdocent voor zorgen dat kinderen, leerlingen en studenten zelfredzaam en weerbaar worden en daar dus ook wat makkelijker mee om kunnen gaan in die grote boze wereld. Die wereld die enorm aan het veranderen is, elke dag weer. Dus onze taak is nu meer dan ooit om kinderen, leerlingen en studenten voor te bereiden op de wereld als kritisch burger. We moeten geen burgerschapsonderwijs geven om van iedereen maar een gemiddelde burger te maken die niet kritisch kan nadenken. Maar bereid ze voor zodat ze kritisch kunnen zijn over alle thema’s, ook als het impopulair zijn. Zoals kritisch zijn op de democratie. Als mensen kritisch zijn op de democratie en je weet dat in dialoog goed uit te leggen, kan dat ervoor zorgen dat ze de democratie enorm gaan waarderen.’

Wat wil je meegeven aan docenten en leerlingen en docenten die bezig zijn met burgerschap?

‘Je doet al heel erg veel moois’, zegt Karim. ‘Het onderwijs is het fundament van een goed werkende samenleving waarbij burgerschap een hele belangrijke rol in dat fundament speelt. Het is heel belangrijk dat je je bezighoudt met de basisvaardigheden: Nederlands, rekenen, digitale geletterdheid en burgerschap. Dat is ontiegelijk belangrijk. Tegenwoordig is burgerschap ook een basisvaardigheid geworden. Het is van enorm onschatbare waarde, omdat als je burgerschapsonderwijs geeft, je daarmee dus ook de rugzakjes met metaforische bakstenen aan problemen bij kinderen. Want het maakt niet uit waar je vandaan komt.

Tegenwoordig zijn er ontiegelijk veel prikkels. Dan kun jij er als burgerschapsdocent voor zorgen dat kinderen, leerlingen en studenten zelfredzaam en weerbaar worden en daar dus ook wat makkelijker mee om kunnen gaan in die grote boze wereld. Die wereld die enorm aan het veranderen is, elke dag weer. Dus onze taak is nu meer dan ooit om kinderen, leerlingen en studenten voor te bereiden op de wereld als kritisch burger. We moeten geen burgerschapsonderwijs geven om van iedereen maar een gemiddelde burger te maken die niet kritisch kan nadenken. Maar bereid ze voor zodat ze kritisch kunnen zijn over alle thema’s, ook als het impopulair zijn. Zoals kritisch zijn op de democratie. Als mensen kritisch zijn op de democratie en je weet dat in dialoog goed uit te leggen, kan dat ervoor zorgen dat ze de democratie enorm gaan waarderen.’

Wat voor les zou je willen aanbieden aan de leerlingen met betrekking tot burgerschap?

Burgerschapsdocenten moeten zien dat de klas een mini-samenleving is. Je geeft niet burgerschap aan een individu, maar aan iedereen. Dat bedoel ik met het principe dat ik zei in het begin: The hurt of one is the hurt of all’ en ‘the healing of one is the healing of all’. Omdat: Goed burgerschap gaat er niet alleen over dat je zelf zelfredzaam en weerbaar bent, maar ook dat je om anderen geeft, participeert, dat je meer doet in de samenleving en ga zo maar door. Daarbij is het belangrijk dat je goed verbindt met de leefwereld van de kinderen, leerlingen en studenten. Het maakt niet uit dat je als docent wat ouder of jonger bent, want je hoeft niet alles te weten als docent burgerschap. Dat is ook een misvatting: : Als docent burgerschap moet ik alle maatschappelijke problemen kennen”. Nee: Het is vooral belangrijk dat de kennis van de leerlingen goed weet aan te boren.

Daarbij werken werkvormen als de ‘Talking stick’ en ‘Deep democracy’ heel goed. Die werkvormen dienen als kapstok voor de dimensies die behandeld worden in burgerschap voor het mbo: de politieke, economische, sociaal-culturele en vitale dimensie. Probeer ook te kijken buiten de bubbel van burgerschapsonderwijs om jouw burgerschapsonderwijs te versterken. Zoals cultuuronderwijs, om bijvoorbeeld inlevingsvermogen voor mensen van verschillende culturen in onze samenleving te versterken.’

‘Goed burgerschap gaat er niet alleen over dat je zelf zelfredzaam en weerbaar bent, maar ook dat je om anderen geeft, participeert, dat je meer doet in de samenleving en ga zo maar door. Daarbij is het belangrijk dat je goed verbindt met de leefwereld van de kinderen, leerlingen en studenten.’

‘Goed burgerschap gaat er niet alleen over dat je zelf zelfredzaam en weerbaar bent, maar ook dat je om anderen geeft, participeert, dat je meer doet in de samenleving en ga zo maar door. Daarbij is het belangrijk dat je goed verbindt met de leefwereld van de kinderen, leerlingen en studenten.’

Wat heb ik geleerd?

Wat een enorme wijsheden heeft Karim Amghar kunnen meegeven in dit interview. Ik zie Karim als een zeer veelzijdig en gedreven persoon, die vanuit zijn levenservaring in de maatschappij en vanuit maatschappelijke thema’s de mensen in hun kracht wil zetten. Daarin kan hij een voorbeeld zijn voor anderen.

De waarde zie ik in het volgende: geef mensen normen, waarden, zelfredzaamheid en weerbaarheid mee. Na vallen kun je weer opstaan. En dat proces op zichzelf is al een moment waar je je eigen kracht in kunt vinden. Die kracht kun je vertalen naar een nieuwe situatie. En daarin kun je anderen inspireren. En je kunt elkaar helpen door te zien wat er gebeurt en daarin iets te doen wat de ander helpt. Ik denk dat Karim daarmee ook bedoelt: ‘The hurt of one is the hurt of all. And The healing of one is the healing of all’. Kijk om naar elkaar en help elkaar. Zo help je elkaar om die normen, waarden, zelfredzaamheid en weerbaarheid te versterken.

Om dat in de les te bespreken geeft Karim twee werkvormen mee: Deep democracy en de Talking stick. Deze twee werkvormen zullen voorkomen in de lesbrief die ik naar aanleiding van dit blog heb geschreven.

De lesbrief

Naar aanleiding van dit blog heb ik een kleine reeks van lessen geschreven. Het thema hiervan is spanningsveld tussen de behoefte van mensen om hetzelfde te zijn, maar toch ook van elkaar te verschillen. De exactitudes worden hier tevens in behandeld.

Klik hier om naar de lessenreeks te gaan.

Ben je benieuwd naar meer interviews met lesbrieven? Naar aanleiding van interview met de volgende persoon kun je een blog met lesbrief verwachten:

De waarde van burgerschap op school, identiteitsvorming en burgerschap

Maxe de Rijk
Docent pro & vmbo | Schrijver | Spreker | Politicoloog

Deze blogs met lesbrieven staan al online!


Klik hier voor het interview met onderzoeksjournalist Zoë Papaikonomou over de loonkloof, ongelijkwaardigheid en diversiteit
Klik hier voor de bijbehorende lesbrief
Klik hier voor het interview met docent William Buys en studenten Omgangskunde aan Fontys Hogescholen over hun visie op het overbrengen van burgerschapsonderwijs
Klik hier voor de bijbehorende lesbrief
Klik hier voor een speciaal interview met MAW docent en eindredacteur van Montessori Magazine Paul Op Heij.
Klik hier voor het interview met associate professor in marketing Niels van de Ven
Klik hier voor de bijbehorende lesbrief

‘Je doet al heel erg veel moois.’